Interoperabiliteit auto inductieladers

Standaardisatie voor draadloos laden: het is een belangrijke voorwaarde om Wireless Charging in de vorm van inductieladen op grote schaal te kunnen invoeren. Interoperabiliteit moet ook bij laden zonder kabels en stekkers zorgen voor onmisbare Europese en andere internationale standaarden. Zoals met betrekking tot communicatie tussen auto’s en hun draadloze laadsystemen.

Interoperabiliteit is noodzakelijk. Immers, hiermee kunnen de verschillende merken en modellen elektrische auto’s laden op meerdere laadsystemen. Die noodzaak geldt voor EV’s in het algemeen, maar zeker ook voor een EV met de techniek van inductieladen. Het opstellen van internationale standaarden voor volledig kabelloos laden is in eerste instantie van belang in het publieke domein, maar ook voor inductieladen thuis. Al gebeurt dit laatste doorgaans met één elektrische auto en één, bijbehorend laadsysteem. Er zijn op dit moment nog géén Europese standaarden voor inductieladen.

Standaardisatie inductief autoladen

De standaardisatie zit ‘m voor een essentieel deel in de onderlinge communicatie tussen het elektrische voertuig en het laadsysteem. Om precies te zijn: niet alleen de automerken, maar ook hun draadloze laadsystemen verschillen van elkaar, terwijl ze (nog) niet met elkaar kunnen communiceren. Daarmee zijn ze niet bruikbaar voor Wireless Charging met een ander merk.

Vooral met het oog op een brede toepassing van inductieladen in de openbare ruimte, met openbare draadloze oplaadplekken, zijn er voor het bereiken van interoperabiliteit al meerdere projecten gestart. Door en voor diverse landen. Een belangrijk voorbeeld is het project ‘Wireless Power Transfer for Electric Vehicles’ van het International Energy Agency. Dit is onderdeel van de ‘Implementing Agreement on Hybrid and Electric Vehicles’.

Internationale afstemming

De Verenigde Staten zijn hierin leidend, met medewerking van landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Zwitserland, gaandeweg aangevuld met bijdragen van landen waaronder Nederland, België, Duitsland, Ierland, Spanje en Zweden. Binnen dit project komen factoren aan bod zoals power transfer levels, center frequency operation, alignment and component location, veiligheid, communicatie en data security (bron: Nederland Inductieland).